Overzicht
De icbe-richtlijn (instellingen voor collectieve belegging in effecten) neemt het grootste deel van het huidige wetgevingskader van UCITS IV- en de AIFM-richtlijnen over. De nieuwe bepalingen richten zich op de bewaarder van het fonds, het beloningsbeleid en de toepasselijke sanctieregels.
De icbe-richtlijn streeft naar een betere bescherming van activa, meer transparantie en een betere informatievoorziening aan beleggers.
De Europese Commissie heeft op 12 juli 2018 twee verordeningen aangenomen, die van kracht zijn geworden op 1 april 2020. Deze verordeningen, op 30 oktober 2018 gepubliceerd in het PB, houden een wijziging in van de verplichtingen van bewaarders inzake de bewaarneming van financiële instrumenten van alternatieve beleggingsfondsen en icbe's:
- Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1618 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 231/2013 (abi),,
- Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1619 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/438 (icbe's)..
Daarin worden met name de volgende zaken nader bepaald:
- de regels voor scheiding van activa bij sub-bewaarders,
- de bescherming van activa in geval van insolventie van de bewaarder of sub-bewaarder.
De beraadslaging van de ESMA van 26 november 2018 over de integratie van duurzaamheidscriteria in de AIFM- en icbe-verordeningen, beëindigd op 30 januari 2019.
Het eindverslag van deze beraadslaging werd gepubliceerd op 30 april 2019:
- • Technisch advies van de ESMA aan de Europese Commissie over de integratie van duurzaamheidsrisico's en -factoren in de icbe-richtlijn en de AIFM-richtlijn, 30 april 2019 (ESMA34-45-688).
9 June 2020: publication by European Commission of draft delegated acts revising UCITS to incorporate client sustainability preferences and the sustainability dimension into institutions' risk management policies.
NB:
Bekendmaking in het PB van Richtlijn (EU) 2019/1160 van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2011/61, die tot doel heeft belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van icbe's weg te nemen, aangevuld met Verordening (EU) 2019/1156 van 20 juni 2019.
De lidstaten hebben tot uiterlijk 2 augustus 2021 de tijd om de voor naleving van de richtlijn noodzakelijke nationale wetgeving aan te nemen en te publiceren. Deze wetten dienen op 2 augustus 2021 van kracht te worden.
Hoewel de Verordening sinds 1 augustus 2019 van kracht is, worden sommige artikelen (Art. 4, lid 1 tot en met 5; Art. 5, lid 1 en 2; Art. 15 en Art. 16) pas op 2 augustus 2021 van kracht.
De verordening bevat met name een aantal bepalingen (Art. 17) voor het uitstellen van de actualisering van de PRIIPS-verordening: KID PRIIP-vrijstelling voor icbe-fondsen tot 31 december 2021.
Belangrijkste bepalingen
- Uitsluitend kredietinstellingen en bedrijven die onder de MiFID-regelgeving vallen, mogen als bewaarder optreden. De bewaarder en het fonds moeten in hetzelfde land zijn gevestigd (geen paspoort voor bewaarders).
- Verscherpt aansprakelijkheidsregime voor bewaarders, die jegens de icbe en houders van deelbewijzen aansprakelijk zijn voor verliezen in verband met de in bewaring gegeven activa, tenzij de bewaarder kan bewijzen dat het verlies is ontstaan als gevolg van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft.
- Meer verplichtingen op het gebied van toezicht op contanten, vergelijkbaar met bepalingen uit de AIFM-richtlijn.
- Aangescherpte verplichtingen wat betreft het selecteren van een bewaarder.
- Transparant beloningsbeleid bij beheermaatschappijen (deze dienen te worden beschreven in de EBI, het prospectus en de jaarverslagen).
- Harmonisering van de Europese sanctieregels.
Meer informatie
> 'Technisch Advies' van de ESMA
> Gedelegeerde niveau-2-verordeningen van de Europese Commissie
> Geconsolideerde Q&A van de ESMA